Met moeite had Harm een plekje voor de auto kunnen vinden, Diana en Jurian waren vast vooruitgegaan naar de poli. We moesten een lange tijd wachten en de assistente van dokter Schoutenbegon druk te overleggen met de arts waarmee we het gesprek zouden hebben, aangezien hij haarvervanger was. Uiteindelijk zei de arts dat dokter Schouten zelf ook in huis was en zij ons graag zelfwilde zien. Ze had niet geweten dat we op de poli waren, omdat de afspraak ook niet met haar wasgemaakt. Kortom, verwarring, maar we waren wel blij om haar ook zelf te spreken.
“Ik begin direct met het goede nieuws: De MRI laat géén veranderingen zien, het is stabiel gebleven!”Jurian had voor en na de operatie van september een week of acht geen avastin gehad, maar dithad gelukkig geen nadelig resultaat. Ze keek nog wel even naar de wond, maar kon hier weinig overzeggen, dit was haar terrein niet. Harm zei dat het er sterk op leek dat de wond verslechterde hetweekend nadat Jurian het avastin had gekregen, tegen de tijd dat het rustiger werd, waren de tweeweken alweer voorbij. Ze kwam met het voorstel om de komende periode het avastin niet één keerper twee weken, maar één keer per drie weken te geven, om de wond inderdaad meer rust te geven.Na drie keer het medicijn gekregen te hebben, zou dan weer een MRI scan zijn. Op deze manier werdJurian goed in de gaten gehouden. Mocht er toch groei zijn, dan kon Jurian weer snel terug naaréén keer per twee weken. Ze vroeg of we het hiermee eens waren, maar ze wilde dit ook eerst metdokter Bramer overleggen en zijn mening hierover weten.